Bedrag ineens, voor wie?
Op 8 oktober nam de Tweede Kamer het voorstel Wet herziening bedrag ineens aan. Het grijpt in op een (nog niet in werking getreden) onderdeel van de Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen, namelijk de opname van een bedrag ineens. Beoogde inwerkingtredingsdatum is 1 juli 2025.
De Eerste Kamer is nu aan zet en pensioenfondsen en verzekeraars hebben daarna nog zes tot negen maanden nodig om de uitvoering op orde te hebben. Zowel afstel als uitstel zijn dus op dit moment nog mogelijk (V-N 2024/46.7).
De mogelijkheid om ten hoogste 10% van het opgebouwde ouderdomspensioen ineens op te nemen op de pensioendatum vloeit voort uit het Pensioenakkoord van 5 juni 2019. Het geldt ook voor ‘bevroren’ pensioen in eigen beheer, nettopensioen en derdepijler-oudedagsvoorzieningen (lijfrenten). De oudedagsverplichting (ODV) is daarentegen uitgesloten. Daarvoor is eerst omzetting in een lijfrente nodig. Fiscale faciliteiten zijn er niet; wel geldt een vrijstelling van revisierente.
[....]